Lucius Malfidus

Achtergrondverhaal

Een gladde man met een grote liefde voor bloedzuiverheid. En natuurlijk de vader van Draco. Maar wat valt er nog meer te vertellen over Lucius Malfidus? Wij zochten het voor je uit!

Feitjes

Naam: Lucius Malfidus (Engels: Lucius Malfoy)
Geboortedatum: ergens in 1953 of 1954
Vader: Abraxas Malfidus. De naam van Lucius’ moeder is onbekend.
Getrouwd met: Narcissa Malfidus-Zwarts (Narcissa Malfoy-Black)
Kind: Draco
Kleinkind: Scorpius
Afdeling: Zwadderich
Haarkleur: witblond
Kleur ogen: grijs
Boeman: Voldemort
Weetje: Lucius kan geen Patronus produceren. Dit is ook niet nodig, omdat een Patronus vaak wordt gebruikt tegen dingen waar de Dooddoeners mee samenwerken.

Jeugd

Lucius werd ergens in de jaren ’50 geboren als zoon van Abraxas Malfidus. De naam van zijn moeder is niet bekend. Hij groeide op in luxe op het landgoed van zijn voorouders in Wiltshire (wil je hier meer over weten, bekijk dan even dit achtergrondartikel over de familie Malfidus). Al generaties lang geloofde de familie Malfidus in superioriteit van tovenaars ten opzichte van Dreuzels en werd er veel waarden gehecht aan bloedzuiverheid. De minachting voor de Dreuzelwereld nam Lucius al op jonge leeftijd over van zijn ouders. Ook werd hij aangemoedigd om vrienden te maken ‘van de juiste soort’. Lucius kopieerde veel van het koude, minachtende gedrag van zijn vader tegenover iedereen buiten zijn directe vriendenkring. Abraxas Malfidus was, naast een veeleisende vader met hoge verwachtingen, ook een trots lid van de sociale elite die in bepaalde kringen groot respect afdwong. Hij bezat een verzameling duistere magische artefacten die onderdeel waren van de familiegeschiedenis en waarde dit in een geheime kamer onder de vloer van de tekenkamer. Abraxas had veel invloed op het Ministerie van Toverkunst en in zijn voetsporen zou Lucius treden.

Schooljaren

In 1965 begon Lucius zijn opleiding aan Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Daar werd hij, in lijn van zijn familie, gesorteerd bij Zwadderich, waar hij vele andere gelijkgestemde jonge idealisten vond. Op school leerde hij ook Narcissa kennen, lid van het nobele en oude geslacht Zwarts – een van de meest prominente volbloed toverfamilies van Groot-Brittannië. Net als de familie Malfidus hoorden zij bij de Heilige Achtentwintig.

In Lucius’ derde jaar moest Nobby Leach, de eerste Minister van Toverkunst met Dreuzelouders, zijn taak neerleggen, nadat geveld werd door een mysterieuze ziekte. Het duurde niet lang voordat er allemaal theorieën de ronde gingen over wat er nou echt aan de hand was en de naam van Lucius’ vader werd daarbij ook genoemd. Abraxas zou de hand hebben gehad in een duister complot om Leach te laten aftreden, hoewel ze dit nooit hebben kunnen bewijzen.

Lucius was een modelstudent die het goede voorbeeld gaf en wel wat invloed had op zijn klasgenoten. Het lukte hem om de naam van de familie hoog te houden, Zwadderich was trots hem als student bij de afdeling te hebben en ook was hij bedreven in het ophouden van de schijn. In zijn vijfde jaar werd hij Klassenoudste en werd hij toegelaten tot de Slakkers – een groepje veelbelovende studenten die door professor Slakhoorn (Slughorn) bijeen was gebracht.

De schooltijd van Lucius viel samen met een toename in duistere magische activiteit in Groot-Brittannië. Dit bleek de opmars van Voldemort en zijn volgelingen te zijn. Voldemort en zijn Dooddoeners kregen macht en angst verspreidde zich al snel onder de bevolking. Lucius was het daarentegen eens met hun opvatting over de niet-magische gemeenschap.

Tijdens zijn opleiding kreeg Lucius een steeds grotere hekel aan zijn docent Transfiguratie. Deze Albus Perkamentus (Albus Dumbledore) was niet alleen een pro-Dreuzel-activist, hij werd ook het symbool van de oppositie tegen Voldemort. Daarmee vertegenwoordigde Perkamentus dus alles wat Lucius verachtte. Toen Perkamentus Armando Wafelaar (Armando Dippet) opvolgde als Schoolhoofd, vond Lucius dat het ergste dat Zweinstein ooit is overkomen. Dat gevoel bleef ook toen hij volwassen werd.

De Eerste Tovenaarsoorlog

In 1972 studeerde Lucius af van Zweinstein. Hij was rijk en hoefde niet te werken voor de kost. Hij bleef op het landgoed van de familie wonen en kon nu eindelijk fulltime genieten van het comfort van zijn bevoorrechte status. Op een gegeven moment krijgt Lucius een relatie met Narcissa Zwarts; een rijke medestudente en Zwadderaar op Zweinstein, met wie hij veel gemeen had. Hun kijk op Dreuzels en hun bevoorrechte levensstijl zijn daar slechts twee voorbeelden van. Na een tijdje trouwden ze en gingen ze in Villa Malfidus wonen. Door dit te doen werd Lucius ook officieel het hoofd van de familie en alle eigendommen, inclusief de familiestukken en huis-elf Dobby, kwamen in zijn bezit. Lucius zette de familietraditie voort en kreeg al snel invloed bij een aantal hoge ambtenaren van het Ministerie van Toverkunst.

De macht van Voldemort en zijn volgelingen was steeds sterker geworden. Dit escaleerde in de Eerste Tovenaarsoorlog. Het idee van Voldemort om de wereld te verlossen van alle tovenaars met Dreuzelouders en hen met zuiver bloed de leiding te geven sprak Lucius zodanig aan, dat hij zijn eeuwige trouw zwoer en officieel Dooddoener werd.

De positie van Lucius was ideaal. Vanwege zijn connecties bij het Ministerie kon Lucius zijn wapenbroeders voorzien van belangrijke informatie. Ook was hij voor geweld en niet bang om geweld te gebruiken. Hij zette zijn talenten dan ook graag in voor dwang, marteling, moord en andere gruweldaden waar zijn Meester om vroeg. Op het hoogtepunt van de oorlog behoorde Lucius tot de top van de Dooddoeners. Hij had leiding over zijn mede-Dooddoeners en werd zelfs onderbevelhebber van Voldemort. Onder leiding van Lucius werden heel wat strijden gestreden. En hoewel de Schouwers een dappere strijd streden tegen de Dooddoeners, was het echte verzet inmiddels ondergronds gegaan: de Orde van de Feniks. De leden van de Orde waren in de minderheid en de Dooddoeners waren bezig om hen een voor een aan te pakken.

De overwinning voor Voldemort was dichtbij en de familie Malfidus waren een autoriteit zoals ze nooit eerder waren geweest. In 1980 beviel Narcissa van hun enige kind, hun zoon Draco. Rond diezelfde tijd kreeg Lucius het oude schooldagboek van zijn Meester toevertrouwd. De bedoeling was om dit Zweinstein binnen te smokken, de legendarische Geheime Kamer te openen en de Basilisk los te laten die de school zou zuiveren van alle leerlingen met Dreuzelouders. Dit plan moest hij uitvoeren zodra Voldemort hem dat zei.

Mede-Dooddoener en spion van de Heer van het Duister, Severus Sneep, vertelde dat hij een sollicitatiegesprek had afgeluisterd tussen Albus Perkamentus en een toekomstige professor Waarzeggerij. Sneep hoorde de voorspelling van Sybilla Zwamdrift (Sybill Trelawney) over de ondergang van zijn Meester. Voldemort concludeerde dat Harry Potter het kind was waar de profetie over ging en moest dus uit de weg worden geruimd. De krachtige Fidelius Bezwering maakte het echter lastig, totdat een bang geworden Peter Pippeling hun verblijfplaats onthulde. Voldemort haastte zich naar het huis van de Potters… Wat zijn ondergang werd. De Dooddoeners bleven geschokt en radeloos achter.

De Orde van de Feniks en het Ministerie van Toverkunst slaagden erin om veel van de Dooddoeners op te pakken. Lucius wilde natuurlijk niet zijn eigen sociale status en de reputatie van zijn familie op het spel zetten en dus was hij, voordat hij gevangengenomen werd, al druk bezig geweest met omkoping, chantage en vleierij. Tegen de tijd dat zijn proces begon, had hij zoveel hooggeplaatste ambtenaren aan zijn kant, dat het verhaal dat hij had gehandeld onder de Imperiusvloek werd geaccepteerd. Hoewel velen, zoals Arthur Wemel (Weasley), zijn verhaal niet geloofden, werd Lucius vrijgelaten.

Tussen de oorlogen

Lucius en zijn gezin gingen verder met hun leven. Aangezien ze nog steeds rijk waren en daarom niet hoefden te werken, kon Lucius doorgaan met invloed uitoefenen op het Ministerie en het verzamelen van spullen met een link naar de familiegeschiedenis. Hij vond het jammer dat het de Heer van het Duister niet gelukt was om de tovergemeenschap over te nemen en leerde dat aan zijn zoon. Lucius ging niet op zoek naar Voldemort. Hij was ervan overtuigd dat zijn Meester was gestorven. Wel hield hij contact met een aantal vroegere kameraden, waaronder met Igor Karkarov (Karkaroff).

Karkarov was inmiddels schoolhoofd van Klammfels (Durmstrang) en Lucius had dan ook de wens dat zijn zoon Draco daar les zou krijgen. Op die school werden kinderen van Dreuzelouders niet toegelaten en Lucius had nog steeds een hekel aan Zweinsteins schoolhoofd Perkamentus. Narcissa vond het echter niet fijn als Draco zo ver weg naar school zou gaan en dus ging hij alsnog naar Zweinstein. Om invloed uit te kunnen oefenen op de school sloot Lucius zich aan bij de Raad van Bestuur. Vanuit die functie probeerde Lucius er van alles aan te doen om Perkamentus uit zijn functie te laten zetten.

In 1992, toen Draco terugkwam na zijn eerste jaar op Zweinstein, hoorde Lucius dat Harry Potter liever vrienden was met Ron Wemel dan met zijn zoon. Hij was teleurgesteld dat Harry niet de beoogde opvolger van Voldemort bleek te zijn. Lucius zei Draco dat hij niet openlijk vijandig tegen “Potter” moest zijn en niet constant negatief over hem moest praten, aangezien dit nadelig zou kunnen zijn voor hun sociale status. In de loop van de zomer begon het Ministerie, onder andere Arthur Wemel, met het uitvoeren van invallen bij toverfamilies, om duistere en illegaal betoverde objecten in beslag te nemen vanwege de recente Dreuzelbeschermingswet. Voordat zijn huis onderzocht kon worden, verkocht Lucius verschillende bezittingen en besloot hij om de oude taak van Voldemort, het openen van de Geheime Kamer, in gang te zetten. Door het dagboek te verstokken in de schoolboeken van Ginny hoopte Lucius de school te zuiveren van Dreuzelgeborene, de reputatie van de Wemels aan te tasten en hopelijk zelfs Perkamentus uit zijn functie te krijgen. Alleen huis-elf Dobby wist van dit plan, maar Lucius zag daar geen gevaar in, aangezien huis-elfen de bevelen van hun meester moeten opvolgen.

Draco werd in zijn tweede jaar de Zoeker van Zwadderich en dus kocht Lucius voor het hele team Nimbus 2001 bezemstelen.

De Geheime Kamer werd geopend en we weten allemaal wat er toen gebeurde. Lucius gebruikte de situatie om de Raad van Bestuur te overtuigen om Perkamentus weg te sturen. Harry wist de Basilisk te verslaan, Ginny’s onschuld te bewijzen en zelfs de echte schuldige aan te wijzen. Perkamentus keerde terug, op verzoek van de Raad van Bestuur, en waarschuwde Lucius. Het lukte Harry vervolgens om Dobby te bevrijden met zijn sok, waardoor Dobby niet langer gedwongen werd om de bevelen van de familie Malfidus op te volgen. Lucius verloor zijn zelfbeheersing, maar Dobby greep in. Lucius werd uit de Raad van Bestuur gezet, maar hield nog steeds korte lijntjes met het Ministerie.
Het jaar erop spande Lucius een zaak aan omdat zijn zoon was aangevallen door een Hippogrief. Ondanks het argument dat Draco de aanval had uitgelokt met zijn gedrag en dat de Hippogrief handelde uit zelfverdediging won Lucius de zaak en werd Scheurbek ter dood veroordeeld. Gelukkig konden Harry en Hermelien de Hippogrief redden met behulp van de Tijdverdrijver.

Tijdens het WK Zwerkbal woonde de familie Malfidus de finale bij. Ook was Lucius met enkele voormalige Dooddoeners betrokken bij de marteling van een Dreuzel. Toen het Duistere Teken in de lucht verscheen, vluchtte hij.

De Tweede Tovenaarsoorlog

Toen Voldemort in 1995 herrees, keerde Lucius terug naar zijn oude meester. Hoewel Harry getuige was van de loyaliteitsverklaring van Lucius, geloofde niemand op het Ministerie hem. Malfidus had nog steeds sterke banden met het Ministerie, vooral in de vorm van financiële steun.
Lucius probeerde de profetie te pakken te krijgen, maar zijn pogingen mislukten. Uiteindelijk wist Voldemort Harry naar het Departement van Mystificatie te lokken, waar Harry en zijn vrienden werden opgewacht door Dooddoeners. Leden van de Orde van de Feniks schoten Harry te hulp.

Naderhand werd Lucius gezien door vele medewerkers van het Ministerie, waarmee het onweerlegbaar was dat hij wel degelijk Dooddoener was. Lucius werd naar Azkaban gestuurd. Ook zijn meester was niet blij. Voldemort gaf Lucius de schuld dat het niet gelukt was om de profetie in handen te krijgen. Ook had Lucius per ongeluk een deel van zijn ziel vernietigd met het dagboek, wat ervoor zorgde dat hij zijn hoge positie bij Voldemort verloor.

In de zomer van 1997, na bijna een jaar gevangen gezeten te hebben, ontsnapten Lucius en alle andere Dooddoeners uit Azkaban, dankzij de hulp van Voldemort. Om Lucius te straffen had Draco de onmogelijke taak gekregen om Perkamentus te vermoorden. Lucius was slechts nog een diender.

De Malfidussen waren wanhopig op zoek naar een manier om vergeven te worden. Toen een groep Bloedhonden Harry en zijn vrienden naar Villa Malfidus brachten, zorgde dat voor een hoop opwinding. Lucius en Bellatrix kibbelden wie van hen Voldemort zou waarschuwen. Helaas was daar Dobby, die Harry en zijn vrienden kwam redden. De Malfidussen en Bellatrix werden zwaar gestraft door Voldemort en mochten het huis niet verlaten.

Tijdens de Slag om Zweinstein maakte Lucius zich meer zorgen over de veiligheid van zijn zoon dan om Voldemort. Nadat Voldemort nu echt verslagen was, zaten Lucius, Narcissa en Draco bij de anderen in de Grote Zaal, onzeker of ze daar wel mochten zijn.

Verdere leven

De misdaden van Lucius en Draco werden vergeven, mede dankzij de leugen van Narcissa die het leven van Harry Potter redde. Geen van hen ging naar Azkaban, in ruil voor bewijs en hulp om alle andere Dooddoeners, die waren ondergedoken, gevangen te nemen.

Draco trouwde met Astoria Goedleers (Greengrass). Hoewel Astoria van zuiver bloed was, vonden Lucius en Narcissa haar toch een wat teleurstellende schoondochter, omdat haar standpunt over bloedzuiverheid na de oorlog veranderde. Draco en Astoria kregen een zoon: Scorpius.
Lucius ging door met het verzamelen van duistere, magische voorwerpen. Ook werkte hij aan een Tijdverdrijver, aangezien die waren vernietigd.