Remus Lupos

Achtergrondverhaal

Remus Lupos was een van de beste vrienden van James Potter én de favoriete leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten van Harry Potter. In dit artikel kun je zijn hele verhaal lezen.

Feitjes

Volledige naam: Remus Johannes Lupos / Remus John Lupin
Geboortedatum: 10 maart 1960
Overleden: 2 mei 1998
Afdeling: Griffoendor
Patronus: Wolf (een gewone wolf, geen weerwolf)
Toverstok: cipressenhout en eenhoornhaar, tien en een kwart inch lang (26 centimeter), buigzaam
Ouders: Lyall Lupin (tovenaar) en Hope Howell (Dreuzel)
Vaardigheden: uitzonderlijk goed in Verweer tegen de Zwarte Kunsten
Getrouwd met: Nymphadora Tops/Tonks
Zoon: Teddy

De ouders van Remus

Remus Lupos was het enige kind van tovenaar Lyall Lupos en zijn Dreuzelvrouw Hope Howell.
 
Lyall Lupos was een hele slimme, maar verlegen jongeman. Toen hij een jaar of dertig was, was hij wereldberoemd op het gebied van niet-menselijke geestverschijningen. Hieronder vielen klopgeesten, Boemannen en andere vreemde wezens die, hoewel ze soms spookachtig waren qua uiterlijk en gedrag, nooit echt hadden geleefd en altijd een soort van mysterie zijn gebleven voor de toverwereld.
Tijdens een onderzoeksreis door een dicht Welsh bos, waarin een bijzonder wrede Boeman verstopt zat, liep Lyall zijn toekomstige vrouw tegen het lijf. Hope Howell was een mooi Dreuzelmeisje en werkte op een verzekeringskantoor in Cardiff. Zij dacht daar in het bos gewoon een wandeling te maken. Boemannen en klopgeesten kunnen gevoeld worden door Dreuzels, en Hope, een bijzonder fantasierijk en gevoelig persoon, was ervan overtuigd geraakt dat er iets of iemand naar haar keek door de donkere bomen. Uiteindelijk kreeg de Boeman door haar verbeelding vorm. Het was een grote, slecht uitziende man, die met een grom en gestrekte handen op haar afkwam. Ze schreeuwde, wat de jonge Lyall hoorde. Hij sprintte door de bomen en met een zwaai van zijn toverstok veranderde de verschijning in een paddenstoel. De doodsbange Hope dacht dat Lyall haar aanvaller had weggejaagd en zijn woorden “het is in orde, het was maar een Boeman” maakte geen indruk op haar. Lyall zag hoe mooi ze was en besloot om verder niet meer te praten over een Boeman, maar over hoe groot en eng de man was geweest en dat hij haar naar huis zou brengen om haar zo te beschermen.
 
Het jonge stel werd verliefd. Toen Lyall een paar maanden later vertelde dat Hope nooit echt in gevaar was geweest, had dit geen effect op haar enthousiasme over hem. Tot zijn grote vreugde zei Hope ‘ja’ toen hij haar ten huwelijk vroeg. Enthousiast begonnen ze met de voorbereidingen van de bruiloft - met een Boeman taart.
 
Na een jaar huwelijk werd hun enige kind geboren: Remus. Hij was een gelukkig, gezond jongetje en al vroeg toonde hij tekenen van magie. Zijn ouders dachten dat hij in de voetsporen van zijn vader zou treden en later magisch onderwijs zou volgen aan Zweinstein.

De beet

Toen Remus vier jaar oud was, nam de hoeveelheid duistere magische activiteiten in het land gestaag toe. Nog maar weinig mensen wisten wie er achter de toenemende aanvallen en de waarnemingen zat. Voldemort was bezig met zijn eerste greep naar macht. Dooddoeners rekruteerden allerlei duistere wezens om zich bij hen aan te sluiten in hun poging om het Ministerie van Toverkunst omver te werpen. Het Ministerie riep iedereen die ook maar een beetje verstand had van duistere schepsels op om te helpen om de dreiging te begrijpen en te beheersen. Lyall Lupos werd gevraagd om zich aan te sluiten bij een afdeling voor de regeling en controle van magische wezens, wat hij graag deed. Hier kwam Lyall oog in oog te staan met een weerwolf genaamd Fenrir Vaalhaar, die binnengebracht was om te worden ondervraagd over de dood van twee Dreuzelkinderen.
 
De Weerwolfregistratie was slecht bijgehouden. Weerwolven werden zoveel mogelijk gemeden. Ze leefden in zogenaamde ‘roedels’ en deden er alles aan om te voorkomen dat ze werden geregistreerd. Vaalhaar, die bij het Ministerie niet geregistreerd stond als Weerwolf, beweerde niets meer te zijn dan een Dreuzelzwerver die volkomen verbaasd was dat hij zich in een kamer vol tovenaars bevond en met afschuw vervuld werd door het praten over de arme, dode kinderen.
 
Vaalhaars smerige kleding en het feit dat hij geen toverstok bij zich droeg, was genoeg om twee overwerkte en onwetende leden van de ondervragingscommissie ervan te overtuigen dat hij de waarheid sprak. Lyall Lupos liet zich echter niet zo gemakkelijk voor de gek houden. Hij herkende bepaalde veelbetekenende tekens in het uiterlijk en het gedrag van Vaalhaar en vertelde de commissie dat Vaalhaar tot de volgende volle maan in bewaring gehouden moest worden, wat slechts vierentwintig uur later was.
 
Vaalhaar zei niks toen Lyall werd uitgelachen door zijn collega-commissieleden. “Lyall, houd jij je maar gewoon bij je Welse Boemannen, daar ben je goed in.” Lyall was over het algemeen een zachtaardige man, maar werd nu boos. Hij beschreef weerwolven als “zielloos, kwaad, alleen de dood waardig.” De commissie stuurde Lyall weg, het hoofd van de commissie verontschuldigde zich en liet Vaalhaar vrij.
 
De tovenaar die Vaalhaar naar buiten begeleidde, was van plan om zijn geheugen te wissen, zodat hij zou vergeten dat hij binnenin het Ministerie van Toverkunst was geweest. Voordat hij echter de kans kreeg om dit te doen, werd hij overmeesterd door Vaalhaar en twee handlangers die op de loer lagen. De drie weerwolven vluchtten.
 

Vaalhaar vertelde direct aan zijn vrienden hoe Lyall Lupos weerwolven zojuist had beschreven. Hun wraak op de tovenaar die dacht dat weerwolven alleen maar de dood verdienden, zou snel en verschrikkelijk zijn…

Remus was bijna vijf toen hij rustig lag te slapen en Fenrir Vaalhaar het raam forceerde en hem aanviel. Lyall kwam op tijd om het leven van zijn zoon te redden door Vaalhaar met een aantal krachtige spreuken het huis uit te jagen. Hij kon echter niet voorkomen dat Remus vanaf dat moment een volwaardige weerwolf zou zijn.

De weerwolf Fenrir Vaalhaar

Lyall Lupos heeft het zichzelf nooit vergeven dat hij in het bijzijn van Vaalhaar had gezegd dat weerwolven “zielloos, kwaad en alleen de dood waardig” zijn. Hij had alleen maar uitgesproken wat de algemene visie op weerwolven in de gemeenschap was. Zijn zoon was echter wat hij altijd was geweest: sympathiek en slim, behalve die verschrikkelijke periode bij de volle maan, waarin hij een ondraaglijke transformatie onderging en een gevaar was voor iedereen in zijn buurt. Vele jaren hield Lyall de waarheid over de aanslag van zijn zoon en de identiteit van de dader geheim, uit angst voor verwijten van Remus.

Kindertijd

Lyall deed alles wat hij kon om een manier te vinden waarmee hij zijn zoon kon genezen. Maar met geen enkel drankje en geen enkele spreuk kon hij zijn zoon helpen. Vanaf die tijd werden de levens van het gezin gedomineerd door de behoefte om de toestand van Remus te verbergen. Ze verhuisden van de stad naar een dorp op het moment dat de geruchten over het vreemde gedrag van de jongen begonnen. Collega-heksen en tovenaars zagen hoe pips Remus werd als de nieuwe maan naderde, om nog maar te zwijgen over zijn maandelijkse verdwijningen. Remus mocht niet met andere kinderen spelen, voor het geval hij per ongeluk de waarheid over zijn toestand zou vertellen. Als gevolg daarvan was hij, ondanks zijn liefhebbende ouders, erg eenzaam.
 
Toen Remus klein was, was het niet moeilijk om zijn gedrag te beheersen tijdens zijn transformatie. Een afgesloten ruimte en veel stilte-spreuken waren meestal voldoende. Hoe meer hij groeide, hoe meer ook het wolfachtige in hem groeide. Tegen de tijd dat hij tien jaar oud was, was hij in staat om deuren en ramen kapot te slaan. Er waren steeds krachtigere spreuken nodig om hem in bedwang te houden. Hope en Lyall hadden zoveel zorgen en angst, dat ze vermagerden. Ze waren dol op hun zoon, maar ze wisten ook dat de gemeenschap – die al angstig was door de toenemende duistere activiteit – niet mild zou zijn voor een ongecontroleerde wolf. De hoop dat hij ooit normaal naar school zou kunnen, leek vervlogen en Lyall gaf Remus thuis les.
 
Vlak voor Remus’ elfde verjaardag stond niemand minder dan Albus Perkamentus, het schoolhoofd van Zweinstein, op de stoep bij de familie Lupos. Verbijsterd en bang probeerden Lyall en Hope de toegang te blokkeren, maar op de een of andere manier zat Perkamentus vijf minuten later naast het haardvuur beschuitbollen te eten en speelden hij een spelletje Fluimstenen met Remus.
 
Perkamentus vertelde dat hij wist wat er was gebeurd. Vaalhaar had opgeschept over wat hij had gedaan en Perkamentus had spionnen tussen de duistere wezens. Perkamentus vertelde de Lupossen dat hij echter geen reden zag waarom Remus niet naar Zweinstein zou komen. Hij beschreef de maatregelen die hij had getroffen om de jongen een veilige plaats te kunnen geven tijdens zijn transformaties. Vanwege het wijdverspreide vooroordeel over weerwolven zou niemand te weten komen dat Remus een weerwolf was. Een keer per maand zou hij vertrekken naar een veilig en comfortabel huis in het dorp Zweinsveld. Dat huis werd bewaakt door vele spreuken en was alleen te bereiken via een ondergrondse tunnel vanaf het terrein van Zweinstein. In dit huis kon hij dan rustig transformeren.
 
Remus was ontzettend blij, blijer dan hij ooit was geweest. Het was de droom van zijn leven om andere kinderen te ontmoeten en, voor het eerst in zijn leven, vrienden en speelkameraden te hebben.

 

School

Remus Lupos werd gesorteerd bij Griffoendor en raakte al snel bevriend met twee vrolijke, zelfverzekerde en rebelse jongens: James Potter en Sirius Zwarts. Zij werden aangetrokken door Remus’ stille gevoel voor humor en ze waardeerden zijn vriendelijkheid, ook al waren ze zelf niet altijd even vriendelijk. Remus, altijd bevriend met de underdog, was ook vriendelijk voor de kleine en wat trage Peter Pippeling, die ook bij Griffoendor zat. James en Sirius zouden hem waarschijnlijk hun aandacht niet waardig hebben gevonden, als Remus hen niet had overgehaald. De vier werden al snel onafscheidelijk.
 
Remus was het geweten van de groep, maar het was af en toe een gebrekkig geweten. Hij keurde hun meedogenloze pesterijen naar Severus Sneep niet goed, maar hij hield zoveel van James en Sirius en was zo dankbaar dat ze hem accepteerden, dat hij niet altijd tegen hen optrad als hij wist dat hij dat wel zou moeten doen.
 
Het is natuurlijk onvermijdelijk dat de drie beste vrienden al snel nieuwsgierig werden naar de reden waarom Remus één keer per maand moest verdwijnen. Remus verzon steeds meer leugens om zijn afwezigheid te verklaren - bang dat zijn vrienden hem in de steek zouden laten als ze zouden weten dat hij een weerwolf was. James en Sirius raadden de waarheid al in hun tweede jaar. Tot Remus’ verbazing bleven ze niet alleen zijn vrienden, maar bedachten ze ook een ingenieuze methode om zijn maandelijkse isolement te verlichten. Ze gaven hem ook een bijnaam: Maanling. Remus eindigde zijn schoolcarrière als Klassenoudste.

 

De Orde van de Feniks

Tegen de tijd dat de vier vrienden van school kwamen, was Voldemort erg machtig geworden. Het verzet tegen zijn macht kwam vanuit een ondergrondse organisatie genaamd De Orde van de Feniks. Alle vier de jongemannen sloten zich hierbij aan.
 
De dood van James Potter en zijn vrouw Lily, door toedoen van Voldemort, was een van de meest traumatische gebeurtenissen in Remus’ toch al niet zo probleemloze leven. Zijn vrienden betekenden nog meer voor hem dan voor andere mensen, omdat hij al lang had geaccepteerd dat mensen hem als ‘onaanraakbare’ zouden behandelen, en dat dus er geen mogelijkheid zou zijn om te trouwen en kinderen te krijgen. Wat nog erger was, was dat hij binnen vierentwintig uur ook zijn andere twee beste vrienden verloor. Remus was in het noorden van het land om daar wat dingen voor de Orde van de Feniks te doen, toen hij het verschrikkelijke nieuws hoorde dat één van zijn beste vrienden de ander had vermoord, nu in Azkaban zat, en een verrader was van de Orde en James en Lily zelf.
 
De ondergang van Voldemort, voor de rest van de tovenaarsgemeenschap een groot feest, was voor Remus het begin van weer een lange tijd vol eenzaamheid en ellende. Hij was zijn drie vrienden kwijtgeraakt en nadat de Orde van de Feniks werd ontbonden, keerden zijn kameraden van de Orde terug naar een druk leven met hun eigen gezinnen. De moeder van Remus was overleden en terwijl Lyall altijd blij was om zijn zoon te zien, weigerde Remus het leven van zijn vader in gevaar te brengen door weer bij hem te gaan wonen. Hij trok rond, nam banen aan die ver onder zijn niveau van bekwaamheid lagen en wist dat hij deze banen weer zou moeten verlaten voordat zijn patroon om één keer in de maand ziek te worden tijdens volle maan door zijn collega’s zou worden opgemerkt.

 

De Wolfsworteldrank

Eén ontwikkeling in de tovenaarsgemeenschap gaf Remus weer wat hoop: de ontdekking van de Wolfsworteldrank. Dit drankje verhinderde niet dat een weerwolf eens per maand zijn menselijke vorm verloor, maar beperkte de transformatie tot die van een gewone en slaperige wolf. Het was altijd de grootste angst van Remus dat hij iemand zou vermoorden terwijl hij niet bij zijn verstand was door de transformatie. De Wolfsworteldrank was echter complex en de ingrediënten erg duur. Hij kon het niet uitproberen zonder toe te moeten geven wat hij was en dus ging hij verder met zijn eenzame, rondtrekkende bestaan.

Terugkeer naar Zweinstein

Weer was het Albus Perkamentus die zijn leven veranderde. Perkamentus spoorde Remus op en vond hem in een vervallen, semi-verlaten huisje in Yorkshire. Remus was blij verrast om het schoolhoofd weer te zien en was heel verbaasd dat Perkamentus hem de baan van leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten aanbood. Perkamentus legde hem uit dat er een oneindige hoeveelheid Wolfsworteldrank beschikbaar zou zijn, met dank aan de leraar Toverdranken, Severus Sneep. Dit overtuigde Remus Lupos en hij accepteerde de baan.
 
Op Zweinstein bleek Remus Lupos een begaafde leraar, met een zeldzame flair voor zijn eigen vakgebied en een diep begrip van zijn leerlingen. Hij werd, zoals altijd, vooral aangetrokken door de underdog. Zowel Marcel Lubbermans als Harry Potter profiteerden van zijn wijsheid en vriendelijkheid.
 
Een van zijn oude gebreken stak echter ook weer de kop op. Hij had ernstige vermoedens over een van zijn oude vrienden, een bekende voortvluchtige, maar deelde die vermoedens met niemand op Zweinstein. Zijn wanhopige verlangen om erbij te horen en aardig gevonden te worden, zorgden ervoor dat hij niet zo moedig en eerlijk was als hij had moeten zijn.
 
Een ongelukkige combinatie van omstandigheden leidde ertoe dat Remus Lupos op het terrein van de school de transformatie van een echte weerwolf onderging. De wrok van Severus Sneep, die nooit werd weggenomen door de respectvolle beleefdheid van Remus, zorgde ervoor dat het algemeen bekend werd wat de leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten was. Remus Lupos voelde zich verplicht om af te treden en vertrok opnieuw van Zweinstein.

 

Huwelijk

Toen Voldemort opnieuw de macht over begon te nemen, kwam het oude verzet weer bij elkaar. Remus werd weer onderdeel van de Orde van de Feniks.
 
Deze keer bevatte de groep een Schouwer, die tijdens de vorige periode van macht nog te jong was geweest om zich aan te sluiten bij de Orde. De slimme, dappere, grappige en roze-harige Nymphadora Tops was een protégée van Alastor ‘Dwaaloog’ Dolleman, de taaiste en meest grijze Schouwer van allemaal.
 
Remus, zo vaak melancholisch en eenzaam, was eerst geamuseerd, toen onder de indruk en toen serieus geraakt door de jonge heks. Hij was nog nooit verliefd geweest. Als het in vredestijd was gebeurd, zou Remus zich eenvoudig naar een nieuwe plaats en een nieuwe baan hebben verplaatst, zodat hij de pijn van het kijken naar Tops die verliefd wordt op een knappe, jonge tovenaar van het Schouwershoofdkwartier niet hoefde te verdragen - wat volgens hem ongetwijfeld zou gebeuren. Dit was echter oorlogstijd. Ze waren allebei nodig in de Orde van de Feniks en niemand wist wat de volgende dag zou brengen. Remus voelde zich gerechtvaardigd om te blijven waar hij was. Hij hield zijn gevoelens voor zichzelf, maar was stiekem blij wanneer iemand hem met Tops liet samenwerken tijdens een of andere missie.
 
Het was nooit bij Remus opgekomen dat Tops zijn gevoelens kon beantwoorden, omdat hij er zo aan gewend was om zichzelf als onrein en onwaardig te zien. Op een avond hielden ze zich verborgen voor het huis van een bekende Dooddoener, na een jaar van steeds hechtere vriendschap, en maakte Tops een nietszeggende opmerking over een van hun mede-ordeleden (“Hij is nog steeds knap, is het niet, zelfs na Azkaban?”). Voordat hij zichzelf kon stoppen, had Remus bitter geantwoord dat hij veronderstelde dat ze was gevallen voor zijn oude vriend (“Hij heeft altijd de vrouwen”). Hierop werd Tops ineens boos. “Je zou heel goed weten voor wie ik gevallen ben, als je het niet te druk had met medelijden hebben met jezelf om het op te merken.”
 
Remus’ onmiddellijke reactie was die van een geluk zoals hij die nog nooit in zijn leven had meegemaakt, maar dit werd meteen overschaduwd door een gevoel van plicht. Hij had altijd geweten dat hij niet kon trouwen en het risico zou lopen dat hij zijn pijnlijke, schandelijke toestand door zou geven. Hij deed daarom alsof hij Tops niet begreep - wat ze trouwens niet geloofde. Ze snapte hem, wist zeker dat hij van haar hield, maar dat hij weigerde dit toe te geven uit een soort verkeerde nobelheid. Hij vermeed echter verdere excursies met haar, sprak nauwelijks meer met haar en bood zich vrijwillig aan voor de meest gevaarlijke missies. Tops werd wanhopig ongelukkig. Ze was ervan overtuigd dat niet alleen de man van wie ze hield nooit bereidwillig tijd met haar zou doorbrengen, maar ook dat hij naar zijn dood zou lopen in plaats van toe te geven aan zijn gevoelens.
 
Remus en Tops vochten samen tegen Heer Voldemort en zijn Dooddoeners in het Departement van Mystificatie; een strijd die resulteerde in de publieke bekendmaking van de terugkeer van Voldemort. Het verlies van zijn laatste schoolvriend tijdens dit gevecht zorgde er niet voor dat Remus zelfvernietigende houding minder werd. Tops kon alleen maar wanhopig toekijken terwijl hij zich vrijwillig aanmeldde om voor de Orde te spioneren, wegging om onder mede-weerwolven te gaan leven en hen te proberen over te halen om de kant van Perkamentus te kiezen. Door dit te doen stelde hij zichzelf bloot aan de mogelijke vergeldingen van de weerwolf die zijn leven voor altijd veranderde, Fenrir Vaalhaar.
 
Amper een jaar later kwam Remus oog in oog te staan met Vaalhaar en Tops op Zweinstein, toen de Orde vocht tegen Dooddoeners in het kasteel van Zweinstein. Tijdens deze strijd verloor Remus nog een belangrijk persoon van wie hij altijd had gehouden: Albus Perkamentus. Perkamentus werd aanbeden door elk lid van de Orde van de Feniks, maar aan Remus had hij een soort vriendelijk, tolerantie en begrip getoond, die hij buiten zijn ouders en zijn drie beste vrienden, van niemand had ontvangen.
 
Bill Wemel was in het bloederige gevecht gebeten door Fenrir Vaalhaar en Fleur Delacour kondigde luid aan dat ze altijd van hem zou blijven houden. Hierdoor geïnspireerd maakte Tops dapper bekend dat ze gevoelens had voor Remus, die toen genoodzaakt was de kracht van zijn liefde voor haar toe te geven. Ondanks zijn voortdurende twijfels dat hij egoïstisch handelde, trouwden Remus en Tops in het noorden van Schotland.

 

Het ouderschap

Een paar weken na hun huwelijk besefte Remus dat Tops zwanger was en hij werd banger dan ooit tevoren. Hij was ervan overtuigd dat hij zijn ‘toestand’ door zou hebben gegeven aan een onschuldig kind en dat hij Tops had veroordeeld tot hetzelfde leven als zijn moeder: voor altijd in beweging, niet in staat om zich ergens te vestigen, en altijd haar kind moeten verbergen. Vol wroeging en zelfverwijt vluchtte Remus, de zwangere Tops achterlatend, op zoek naar Harry, en bood hem aan om mee te gaan op welk dodelijk, uitdagend avontuur dan ook.

Tot Remus’ verbazing en ongenoegen weigerde de zeventienjarige Harry niet alleen zijn aanbod, maar werd hij boos. Hij vertelde zijn voormalige leraar dat hij zelfzuchtig en onverantwoordelijk handelde. Remus reageerde met ongebruikelijk geweld en stormde het huis uit, zijn toevlucht zoekend in een hoek van de Lekke Ketel, waar hij ging drinken en roken.

Na een paar uur nadenken moest Remus echter toegeven dat zijn voormalige leerling hem net een waardevolle les had geleerd. James en Lily, dacht Remus, hadden Harry vastgehouden tot hun eigen dood. Zijn eigen ouders, Lyall en Hope, hadden hun vrede en veiligheid opgeofferd om het gezin bij elkaar te houden. Beschaamd verliet Remus de herberg en keerde terug naar zijn vrouw, waar hij haar om vergiffenis smeekte en haar verzekerde dat hij haar nooit meer in de steek zou laten, wat er ook zou gebeuren. De rest van de zwangerschap maakte Remus het beschermen van zijn vrouw en kind zijn topprioriteit en vermeed hij missies voor de Orde.

Ted Remus Lupos (Engels: Edward Remus Lupin), “Teddy”, werd geboren. Tot grote opluchting en vreugde van beide ouders toonde hij geen teken van lycanthropy toen hij werd geboren, maar erfde hij het vermogen van zijn moeder om zijn uiterlijk naar believen te kunnen veranderen. In de nacht van de geboorte van Teddy liet Remus Tops en zijn zoon kort achter bij zijn schoonmoeder om Harry, voor het eerst na hun confrontatie, te vinden. Hierbij vroeg hij Harry of hij peetvader van Teddy wilde zijn. Remus voelde niets dan vergeving en dankbaarheid voor de persoon die hem terug naar zijn gezin had gestuurd die hem het grootste geluk gaf.

Zijn dood

Zowel Remus Lupos als Tops keerden terug naar Zweinstein voor het laatste gevecht tegen Voldemort en lieten hun kleine zoon achter bij zijn oma. Het paar wist dat, als Voldemort deze strijd zou winnen, hun familie zeker geëlimineerd zou worden. Ze waren allebei beruchte leden van de Orde van de Feniks, Tops was een ‘gemarkeerde vrouw’ in de ogen van haar Dooddoener tante Bellatrix van Detta, en hun zoon was het tegenovergestelde van een volbloedtovenaar, met veel Dreuzelverwanten en een vleugje weerwolf.
 
Remus overleefde eerder al talloze ontmoetingen met Dooddoeners en vocht zich met zijn vaardigheden en moed uit vele krappe bochten. Bij deze strijd viel hij in handen van Antonin Dolochov, een van de langst dienende, meest toegewijde en sadistische Dooddoeners van Voldemort. Na maanden van inactiviteit, waarin hij vooral spreuken had gebruikt ter verhulling en bescherming, waren zijn duellerende vaardigheden afgezwakt. Dolochov daarentegen was extra gehard na maanden van doden en verminken. De reacties van Remus Lupos waren te traag voor deze Dolochov… Het werd zijn dood.

 

Na zijn dood ontving Remus Lupos postuum de Orde van Merlijn Eerste Klasse als eerste weerwolf in de geschiedenis. Zijn leven en dood hielpen mee om de vooroordelen over weerwolven op te heffen. Hij werd nooit vergeten door wie hem heeft gekend: een dappere, vriendelijke man die zoveel deed als hij kon in hele moeilijke omstandigheden en die veel meer heeft geholpen dan hij zich ooit had gerealiseerd.