Draco Malfidus
Achtergrondverhaal
Aan het begin van de Harry Potter serie leren we Draco kennen als pestkop en rivaal van Harry. Gedurende de boeken leren we steeds meer over zijn achtergrond en opvoeding. Is hij echt zo onaardig en slecht of is dat geheel te wijten aan zijn opvoeding? Tijd om nader kennis te maken met Draco Malfidus!
Feitjes
Naam: Draco Malfidus (Engels: Draco Malfoy)
Geboren op: 5 juni 1980
Ouders: Lucius en Narcissa
Getrouwd met: Astoria Goedleers (Astoria Greengrass)
Kinderen: zoon Scorpius
Bloedstatus: volbloed
Haarkleur: blond
Kleur ogen: grijs
Biografie (bron)
Draco groeide op als enig kind in Villa Malfidus (Malfoy Manor), een prachtig landhuis in Wiltshire dat al eeuwen in het bezit van de familie was. Vanaf het moment dat hij kon praten, werd hem duidelijk gemaakt hoe bijzonder hij was. En wel om drie redenen:
1. Hij was een tovenaar;
2. Hij was een volbloed;
3. Hij was lid van de familie Malfidus.
Hij werd opgevoed in een omgeving waar spijt overheerste. Spijt dat het de Heer van het Duister niet gelukt was om de tovergemeenschap te domineren. Draco werd er echter wel voorzichtig aan herinnerd dat hij dat soort gevoelens niet moest delen met mensen buiten de familie en naaste vrienden, anders ‘zou vader in de problemen kunnen raken’. In zijn kinderjaren ging Draco voornamelijk om met andere volbloedkinderen, de kinderen van zijn vaders voormalige Dooddoeners vrienden. Zo was hij al bevriend met Theodoor Noot (Theodore Nott) en Vincent Korzel (Vincent Crabbe) voordat ze aan Zweinstein (Hogwarts) begonnen.
Net als alle andere kinderen van zijn leeftijd hoorde Draco verhalen over De Jongen Die Bleef Leven. Er gingen allemaal theorieën rond over hoe het nou toch kon dat baby Harry de dodelijke aanval had overleefd. Een van de theorieën was dat Harry zelf een grote Duistere tovenaar was. Het feit dat hij uit de tovenaarsgemeenschap was verwijderd, leek (voor diegenen die erin geloofden) deze theorie te ondersteunen. Draco’s vader Lucius was een van de mensen die in deze theorie geloofde. Het was een geruststellende gedachte dat hij, Lucius, misschien een tweede kans zou krijgen om de wereld te domineren, mocht deze Potter een nieuwe en misschien zelfs grotere volbloed tovenaar blijken te zijn. Het was daarom dat Draco Malfidus meteen zijn hand uitstak naar Harry Potter toen hij besefte wie hij was. Zijn vader zou dit niet afkeuren en hij hoopte dat hij interessant nieuws naar huis zou kunnen sturen. Maar Harry weigerde. Het feit dat Harry al vriendschap had gesloten met Ron Wemel (Ron Weasley), wiens familie een gruwel was voor de Malfidussen, zorgde ervoor dat Draco zich meteen tegen hem keerde. Draco realiseerde zich – terecht – dat de hoop van de voormalige Dooddoeners niet werd vervuld. Harry was geen andere, betere versie van Voldemort. Hun wederzijdse vijandigheid stond vanaf dat moment vast.
Draco vond zijn vader de meest indrukwekkende persoon die hij kende. Zijn gedrag op school was dan ook een kopie van de koude en minachtende manier waarop Lucius iedereen buiten zijn familie en kleine vriendenkring behandelde. Naast zijn vriend Korzel rekruteerde Draco nog een tweede handlanger: Karel Kwast (Gregory Goyle). Korzel en Kwast werden door Draco min of meer gebruikt als handlanger en lijfwacht tijdens zijn hele schoolcarrière.
Hoe Draco dacht over Harry was grotendeels gebaseerd op gevoelens van jaloezie. Hoewel Harry nooit op zoek was naar roem, was hij ongetwijfeld de meest besproken en bewonderde persoon op school. Dit was natuurlijk een schande voor iemand die was opgevoed met het idee om een bijna koninklijke positie te bekleden in de tovenaarsgemeenschap. Wat het allemaal nog erger maakte, was dat Harry meer talent had voor vliegen dan Draco. En dat was nou precies de vaardigheid waarvan Draco dacht dat hij alle eerstejaars zou overtreffen. Het feit dat professor Sneep (Snape) een zwak had voor Draco en een hekel had aan Harry was een kleine compensatie.
Draco was steeds op zoek naar nieuwe manieren en technieken om Harry te irriteren of hem in diskrediet te brengen bij anderen. En daarvoor was, wat hem betreft, alles geoorloofd: het vertellen van leugens over hem aan de pers, beledigende badges maken, van achteren vervloeken, verkleden als Dementors… Draco ervaarde echter ook zijn eigen momenten van vernederingen, veroorzaakt door Harry. Die vernedering vond voornamelijk plaats op het Zwerkbalveld. En hij zal ook nooit vergeten hoe hij ooit in een stuiterende fret werd veranderd door een leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten…
Hoewel veel mensen dachten dat Harry Potter, die getuige was geweest van de wedergeboorte van de Heer van het Duister, een leugenaar of fantast was, was Draco Malfidus een van de weinigen die wist dat Harry de waarheid sprak. Zijn eigen vader had zijn Duistere Teken voelen branden, had zich weer bij zijn oude meester gevoegd en was getuige geweest van het duel op het kerkhof.
De discussies die over deze gebeurtenissen gevoerd werden in Villa Malfidus zorgden voor tegenstrijdige gevoelens bij Draco. Aan de ene kant was hij opgewonden over de geheime wetenschap dat Voldemort was teruggekeerd en dat dit de familie terug kon brengen naar de gloriedagen, zoals zijn vader de tijd onder Voldemort altijd beschreven had. Aan de andere kant veroorzaakte het gefluister over hoe Harry opnieuw de poging van Voldemort om hem te doden had overleefd bij Draco nog meer woede en afgunst. Hoewel de Dooddoeners die in de villa op bezoek kwamen Harry als obstakel en symbool niet leuk vonden, werd hij wel als serieuze tegenstander gezien. Iets wat Draco nog meer degradeerde tot schooljongen. Draco was jaloers op Harry’s status. Hij vrolijkte zichzelf op door zich voor te stellen hoe geweldig het zou zijn onder Voldemort, hoe zijn familie geëerd zou worden onder het nieuwe regime en hoe hij zelf op school de belangrijke, indrukwekkende zoon zijn van Voldemorts onderbevelhebber zou zijn.
Zijn vijfde jaar op school was voor Draco een fijn jaar. Hoewel het hem was verboden om op school te praten over wat hij thuis had gehoord, genoot hij van de kleine overwinningen. In tegenstelling tot Harry was hij benoemd tot Klassenoudste en Dorothea Omber (Dolores Umbridge), de nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten, leek een net zo grote hekel aan Harry te hebben als hij. Draco sloot zich aan bij het Inquisitiekorps van Omber en maakte er zijn zaak van om erachter te komen wat Harry en zijn vrienden van plan waren (zij waren druk bezig met het oprichten van de Strijders van Perkamentus/Dumbledore’s Army en oefenden in het geheim). Op het moment van triomf, toen het Draco en zijn kameraden gelukt was om Harry en zijn vrienden in het nauw te drijven, en toen het leek alsof Harry van school zou worden gestuurd door Omber, glipte Harry door zijn vingers. Erger nog, Harry slaagde erin om de poging van Lucius Malfidus om hem te vermoorden te dwarsbomen en Lucius werd naar Azkaban gestuurd.
Draco’s wereld viel nu uit elkaar. Lucius was altijd zijn rolmodel en held geweest, nu was hij een mislukking en in diskrediet gebracht in de ogen van een woedende Heer Voldemort. In plaats van het gezag die ze hadden verwacht te krijgen, werd Lucius nu opgesloten in de angstaanjagende tovenaarsgevangenis die bewaakt werd door Dementors.
Tot nu toe was Draco altijd afgezonderd en beschermd geweest. Hij was een bevoorrechte jongen geweest met maar weinig hindernissen op zijn pad, verzekerd van zijn status in de wereld en met enkel wat onbeduidende zorgen. Nu zijn vader weg was en zijn moeder radeloos en bang was, moest hij ineens de verantwoordelijkheden van een echte man op zich nemen.
Maar het kon nog erger. Voldemort wilde Lucius nog meer straffen en eiste dat Draco een taak uit zou voeren die zo moeilijk was, dat hij vrijwel zeker zou falen en dat met zijn leven zou moeten betalen. Draco moest Albus Perkamentus (Albus Dumbledore) vermoorden. Hoe hij dat moest doen, dat zei Voldemort er niet bij. Draco moest dat zelf maar bedenken en Narcissa vermoedde terecht dat haar zoon wel moest falen. De Heer van het Duister kende geen medelijden en tolereerde geen mislukking.
Woedend op de wereld die zich plotseling tegen zijn vader gekeerd leek te hebben accepteerde Draco het volledige lidmaatschap van de Dooddoeners en stemde ermee in om de moord uit te voeren die Voldemort hem had opgedragen. In dit vroege stadium was hij zo vol verlangen naar wraak en wilde hij zo graag dat zijn vader weer in de gunst zou komen bij Voldemort, dat hij nauwelijks begreep wat er van hem gevraagd werd. Het enige dat hij wist, was dat Perkamentus alles vertegenwoordigde waar zijn vader een hekel aan had. Hij kon zichzelf dan ook vrij snel overtuigen dat de wereld een betere plek zou zijn zonder het schoolhoofd van Zweinstein, die immers ook tegenstand bood aan Voldemort.
Vol van het idee dat hij nu een echte Dooddoener was, vertrok Draco terug naar school voor zijn zesde jaar. Hij was erop gebrand om zijn doel te bereiken. Maar geleidelijk aan ontdekte hij dat zijn taak veel moeilijker was dan hij had verwacht. Nadat hij per ongeluk bijna twee andere mensen had vermoord in plaats van Perkamentus, begon Draco zenuwachtig te worden. De dreiging van schade aan zijn familie en zichzelf zorgde ervoor dat hij langzaam begon te bezwijken onder de druk. De ideeën die hij had over zichzelf en zijn plaats in de wereld waren aan het uiteenvallen. Zijn hele leven had hij zijn vader verheerlijkt. Een vader die voorstander was van geweld en niet bang was om zelf geweld te gebruiken. En nu ontdekte zijn zoon dat hij helemaal niet voor moord was, waardoor Draco zichzelf een beschamende mislukking vond. Toch kon hij zichzelf niet bevrijden van wat hem was geleerd: hij weigerde herhaaldelijk de hulp van Severus Sneep, omdat hij bang was dat Sneep er dan straks met de ‘eer’ vandoor zou gaan.
Voldemort en Sneep hadden Draco echter onderschat. Hij bleek bedreven te zijn in Occlumentie, wat essentieel was voor het undercoverwerk dat hij had ondernomen. Na twee mislukte pogingen om Perkamentus te vermoorden, slaagde Draco erin om een hele groep Dooddoeners op Zweinstein te krijgen, met als resultaat dat Perkamentus uiteindelijk werd gedood – maar niet door Draco. Toen Draco geconfronteerd werd met een zwakke en toverstokloze Perkamentus, merkte hij dat hij niet in staat was om hem de genadeslag toe te brengen. Ondanks alles werd hij geraakt door Perkamentus’ vriendelijkheid en medelijden voor zijn potentiële moordenaar. Sneep dekte Draco. Sneep loog tegen Voldemort over Draco die zijn toverstok had laten zakken. Ook benadrukte Sneep dat het Draco, ondanks alle maatregelen, was gelukt om Dooddoeners de school in te loodsen en hoe Draco Perkamentus had klemgezet, zodat hij – Sneep – hem kon vermoorden.
Kort erna werd Lucius vrijgelaten uit Azkaban. De familie keerde terug naar Villa Malfidus. Ze waren nu echter volledig in opspraak geraakt. De hoogste status onder het nieuwe regime van Voldemort konden ze definitief vergeten. De Malfidussen bevonden zich nu onderaan de hiërarchie van de Dooddoeners. Ze werden gezien als zwakkelingen en mislukkingen, waar Voldemort spottend en minachtend over deed.
Draco’s veranderende persoonlijkheid kwam tot uiting in zijn acties tijdens de rest van de Tweede Tovenaarsoorlog. Hoewel hij nog steeds de hoop had om zijn familie weer terug te brengen naar hun vroegere hoge positie, begon zijn geweten te ontwaken. Toen Harry gevangengenomen werd en naar Villa Malfidus werd gebracht, probeerde Draco hem halfslachtig – maar misschien wel zo goed als hij kon in die omstandigheden – te redden. Tijdens het laatste gevecht op Zweinstein deed Malfidus echter nog een poging om Harry gevangen te nemen, zodat hij en zijn familie misschien gered zouden zijn. Of hij echt van plan was geweest om Harry over te dragen, is echter niet zeker… Het waren uiteindelijk Harry en Ron die het leven van Draco redde, waardoor Draco de Slag om Zweinstein overleefde. Na de dood van Voldemort lukte het Lucius om uit de gevangenis te blijven door bewijs te leveren tegen zijn mede-Dooddoeners en ervoor te zorgen dat ook de Dooddoeners die waren ondergedoken uiteindelijk werden opgepakt.
Al deze gebeurtenissen hadden het leven van Draco voorgoed veranderd. Hij was gaan twijfelen aan de overtuigingen waarmee hij was opgevoed. Hij had terreur en wanhoop ervaren, zijn ouders zien lijden voor hun trouw en hij was getuige geweest van het afbrokkelen van alles waar zijn familie in had geloofd. De mensen die hij geleerd had te haten, zoals Perkamentus, hadden hem hun hulp en vriendelijkheid aangeboden en Harry Potter had zijn leven gered. Na de Tweede Tovenaarsoorlog was Draco nog altijd dezelfde aanhankelijke zoon voor Lucius, maar hij weigerde om dezelfde lijn van bloedzuiverheid te volgen. Draco trouwde met de jongere zus van een van zijn mede-Zwadderaars. Astoria Goedleers (Astoria Greengrass) had dezelfde verandering doorgemaakt als hij. Ook zij was opgevoed met de idealen van bloedzuiverheid, maar had nu een meer tolerantere levensvisie. Narcissa en Lucius vonden het een teleurstelling om haar als schoondochter te hebben. Ze hadden hoge verwachtingen gehad van dit meisje wiens familie ook behoorde tot de “Heilige Achtentwintig” (Sacred Twenty-Eight), maar Astoria weigerde om hun kleinzoon Scorpius groot te brengen met de overtuiging dat Dreuzels uitschot waren. Familiebijeenkomsten waren dan ook vaak vol spanning.
Maak jouw eigen website met JouwWeb